Sociale ongelijkheid
Het Mattheuseffect in de digitalisering van het onderwijs verwijst naar de ongelijke verdeling van de voordelen die digitale technologieën kunnen bieden. Sommige leerlingen profiteren meer van deze technologieën, terwijl anderen achterblijven, waardoor de kloof alleen maar groter wordt. De term “Mattheuseffect” komt uit de Bijbel en beschrijft hoe “de rijken rijker worden en de armen armer.” In het onderwijs betekent dit dat digitalisering de bestaande ongelijkheden kan versterken, vooral als er niet wordt voldaan aan de juiste voorwaarden om iedereen gelijke kansen te geven.
Toegankelijkheid
Een belangrijk aspect van het Mattheuseffect is de ongelijkheid in de toegang tot digitale middelen. Niet alle scholen en gezinnen beschikken over voldoende laptops, tablets of een stabiele internetverbinding. Vooral tijdens periodes van afstandsonderwijs, zoals tijdens de coronapandemie, werd duidelijk dat leerlingen uit kwetsbare milieus een grotere achterstand opliepen (Breens network, z.d.-a).
Digitale vaardigheden
Ook digitale geletterdheid speelt een cruciale rol. Leerlingen uit gezinnen waar technologie minder wordt gebruikt, of waar ouders zelf niet digitaal vaardig zijn, hebben vaak meer moeite om effectief gebruik te maken van digitale leermiddelen. Daarnaast ontvangen zij soms onvoldoende training in het gebruik van technologie, wat leidt tot verschillen in de kwaliteit van digitaal onderwijs (Breens network, z.d.-b).
Impact op motivatie en prestaties
Hoewel digitale technologie het onderwijs aantrekkelijker kan maken, profiteren vooral leerlingen die al gemotiveerd zijn en toegang hebben tot begeleiding hiervan. Leerlingen zonder deze ondersteuning kunnen moeite hebben om actief deel te nemen aan digitale lessen, wat hun leerprestaties negatief beïnvloedt. Dit vergroot de kloof tussen de bestaande onderwijsachterstanden (Onderwijscommunity, 2024; Rathenau Instituut, 2020).